Lushoto, 18 januari 2023
Een nieuwe gids, een nieuw gebied, nieuwe kansen.
In onze 4,5 of zesdaagse toer, beginnen we met een ‘zie de zon zakken achter de bergen-’ wandeling. We lopen ruim een uur met gids Hamis door de heuvels. Rode zandwegen, veel groene bomen en planten. Alles groeit heel hoog de lucht in.
Af en toe komt er een brommer voorbij, met 2, 3 of 4 mensen achterop. Een jongen heeft een jackfruit en snijdt deze in stukken. Of we ook willen proeven? Ja graag, Jackfruit is voor vegetariërs wat kip is voor de kipeters. Het is heerlijk en is thuis nauwelijks vers te krijgen. Hier is het net van een boom gevallen. Hamis geeft zo onzichtbaar mogelijk een beduimeld briefje aan de jackfruitjongen.
We lopen via een gladde weg omhoog. Opeens gaat dit pad honderden meters diep naar beneden. Op tijd maar even stoppen om aan het randje te zitten en te kijken. Nee, de Kilimanjaro is vanuit hier niet te zien, maar er is zoveel ander moois. Duizend kleuren groen, alle kanten op.
Naar beneden kijken vind ik geen groot succes. Hamis zegt dat een vorige ‘costumer’ van hem bij het nemen van een foto, zijn telefoon had laten vallen. Jongens uit de omgeving hadden het ding honderden meters lager teruggevonden, nog volledig werkend.
Maar wat als ik mijn telefoon per ongeluk ook laat vallen en dat het dan kapot valt op een steen. Geen telefoon, geen foto’s, geen richtingaanwijzers, geen nieuws, geen contact met buiten. Niet bereikbaar zijn voor de rest van de wereld., de werkmail, de werkmail laten. Onze kinderen zijn er over drie maanden ook nog wel. Mocht mijn vader ziek worden, dan zijn we vast op andere manieren te bereiken. Dat is tijdens een vakantie in Spanje, vijfentwintig jaar geleden of zo, ook gelukt.
Stil zijn, voor je uitkijken en niets doen., dat is alles. In de Serengeti en omgeving, op weg naar de leeuwen en andere hippe jongens en meisjes zag ik Masai dat ook doen. Het lijkt me heerlijk, als het lukt om geen vastlopend hoofd te krijgen.
Als ik de beelden van de starende Masai terughaal, valt me nog iets op. Als ze een beetje kromgebogen naar beneden kijken, staren sommigen op hun… telefoon. De eindeloosheid in kijken kan blijkbaar ook mét een telefoon. Ik houd die van mij dan toch maar extra stevig vast.
Als ik bij de afgrond over de gladde stenen wegkruip, heeft Hamis een idee: gekke foto’s maken. Dus we staan opeens met de zon in onze handen, nooit geweten dat ik dat leuk vond. MIsschien dat we deze zomer in Pisa nog tegen de toren aanleunen, in Parijs de Eiffeltoren oppeuzelen of een volle maan achter op onze rug meesjouwen.
Het is een mooi perspectief.