Magumba view cottage, 21 januari 2023
Wassen, wassen en wassen. Als er gelegenheid is om te wassen, dan wassen we. Na zes dagen wandelen en evenveel dagen geen gelegenheid, wassen we nu met uitzicht. Heuvel hier, heuvel daar. Ook het laagland is te zien. Zelfs de Kilimanjaro, althans dat had gekund als het vanochtend om zes uur niet zo bewolkt was geweest.
Bij aankomst gisteren meteen onze wastas omgedraaid. Als je de koude douche aanzet, en dan de knop voor de verwarming, dan komt er warm water. Zo is de uitleg, we wassen dus met warm water. Het ritueel maakt niet alleen de onderbroeken, de BH’s, de t-shirts, de blouse, de korte broeken, de lange broek en de sokken schoon. De nagels worden schoon en de handen gaan ook blinken.
Normaal spannen we een zelf meegebracht geel draad van hier naar daar, en daar hangen we de kleren aan. Op deze plek zijn al waslijnen. We hebben zoveel was, dat we de zelf meegenomen knijpers allemaal gebruiken, en dubbel ook. Onderbroek aan onderbroek aan onderbroek. Shirt aan shirt, etcetera. De knijpers wel netjes op kleur, anders droogt de was veel minder snel. Dat is logisch.
De mist lijkt droogroet in het eten te gooien, maar hoe verder we kunnen kijken, hoe meer zon, hoe meer droge kleren. Dus niet alleen onze aankomstdag boven op de berg is een wasdag, de dag erna ook. De was van gisteren is inmiddels zo droog dat we ook beddengoed, vergeten sokken en het alpinopetje dat toch wel erg naar zweet is gaan ruiken, gaan wassen.
Tussen het wassen door wandelen we naar Sunga. Rode kleiwegen met heel veel stof. Zonder dat het de bedoeling is wandelen we niet direct naar het dorp. Als we aankomen lijken we niet de enige die gewassen hebben. Alles wat een stof aan kleur kan hebben is op de markt te zien. Een kleurenkakofonie van mensen, met rode tomaten, witte aubergines, oranje wortelen geelgroene mango’s en groene andere groenten er nog eens kleurrijk bovenop.
Natuurlijk worden er op de markt ook heel veel schoenen verkocht. Als je er eentje gevonden hebt dan moet je zelf zoeken naar de passende andere. De dronken man lukt dat niet. Hij loopt wel de hele tijd achter ons aan. Hij is vervelend, stinkt naar alcohol en zijn kleren hadden wel een was kunnen gebruiken.
Voor een donkere ruimte staan kinderen en vrouwen te wachten. We mogen naar binnen en zien en horen een stoffige machine die van mais die de vrouwen hebben meegenomen, maismeel maakt, die de vrouwen weer mee terug nemen. Terug naar huis dragen ze het op hun hoofd.
Het is een uurtje teruglopen naar onze waslijn. Achter zes vrouwen in roze, mintgroen, kobaltblauw, okergeel, sinaasappeloranje en dan vergeet ik nog veel kleuren. Af en toe moeten wij hoesten omdat een vrachtwagen alle stof van de weg naar ons toe blaft. De stof lijkt een futiliteit voor de soevereiniteit waarmee de vrouwen bezit hebben genomen van hun omgeving. Minder ingewikkeld gezegd: we lopen kilometers achter de kleuren aan.
Ondertussen verzamelen we zoveel stof dat we dan toch nog maar een keer een was gaan doen. Ook onze voeten. Dat voelt ook heel schoon.