Oud Goa, 11 februari 2023
Een witte kathedraal, een bakstenen kerk met bij de uitgang een carnavalesk poppentheater, een klooster boven op de berg dat dicht is. Alledrie zonder enige twijfel kerken met verhalen.
Toch gaat het verhaal van vandaag over een andere kerk. Een grijsgrauwgroene kerk, maar ook een kerk met een verticale tuin, eentje met twee torentjes maar ook met mos op het dakje bij de ingang.
Bij deze kerk komen we door er naar toe te fietsen. We hebben van de hotelbaas fietsen geleend (gehuurd). Het zijn de fietsen van zijn kinderen en die zijn er heel tevreden over, dus. De banden lopen een klein beetje aan, van eentje trap je de versnelling steeds door en de remmen zijn een beetje roestig, maar we zijn al lang blij dat we met de haren in de wind over Goa’s wegen op pad kunnen.
Op mijn stuur een vlaggetje van India, want ‘dat vinden de mensen leuk als ze dat zien,’ zegt de verhuurder. Dus als mensen onderweg vragen waar ik vandaan kom, wijs ik naar de Indiase driekleur met scherpe punt op t vlaggenmastje: ik kom uit India. Hahaha, is dan t antwoord en er gaan duimpjes omhoog.
We doen aan islandhopping. Eerst Divar en dan Vanxim. Het zijn eilanden in de rivier. In Vanxim staat de heilige Christus kerk. Gebouwd op vruchtbare grond, want de tuin komt er aan alle kanten doorheen. Het plein voor de kerk is ook een oase van groen door de stenen heen. Aan de zijkant een Mariabeeld achter tralies. Voor de tralies een kaars, het lijkt erop dat deze net uitgeblazen is.
95 katholieke gelovigen telt Vanxim, volgens een website waar ook een foto uit verzorgder jaren van de heilige Christus kerk staat. Daar is het een wit kerkje met van die lichtblauw geverfde accenten. Leuk hoor, maar gelukkig kijken wij door deze protserige façade heen. Wij zien de heilige Christus hoe hij echt is. Net als het overwoekerde kerkhofje met vooral Portugese namen op de grafstenen aan de zijkant van de kerk.
Als we beginnen aan de terugtocht pak ik het stuur helemaal verkeerd vast. Het midden van mijn rechterhand blijft vastzitten aan de scherpe punt van het vlaggenmastje. Het bloed komt uit m’n hand en er blijft een rode plek zitten.
En dat juist op deze plek, het zal toch niet?