Vliegtuig terug naar Nederland, 5 april 2023
In de jungle, de machtige jungle, slaapt de leeuw overdag. In alles zie je beesten. De luipaard slaapt op een tak van een boom, maar voordat je hem ziet, zie je al duizenden takken waar hij ook kan liggen. Een eekhoorn kijkt omhoog en rent weg, een afgebroken tak lijkt op een afgehakte arm, met vingers die naar beneden wijzen. Je ziet wat je wil zien, en zelfs dat kan anders zijn.
Zo begon het drie maanden geleden. Na een week Zanzibar waren we opeens op safari, met alle beelden in mijn hoofd van dien.
De beelden van nu vermengen zich met mijn beelden van de afgelopen 55 jaar en soms dus met een beetje fantasie. Ik heb zeker de eerste maand heel veel verhalen in mijn hoofd geschreven. De laptop was kapot, ik had nog niet veel begrepen van google drive, docs en of documenten. Pas toen ik begreep dat ik online en offline door kon schrijven op de soms werkende laptop en ook op de telefoon begon het een beetje te lopen.
Toen eerst, dertig jaar geleden hadden we een plan en een geschreven dagboek in onleesbaar handschrift. Eentje hebben we nog. Het dagboek van Cécile is in Nicaragua gestolen. Toen reisden we zonder dat we het echt volledig hadden uitgedacht. Alle Amerika’s zouden bezocht worden door van Vuurland naar Alaska te reizen. Het internet van toen was in eerste instantie de South American handbook. Met dat boek en de collega-reizigers in de buurt, volgden we vooral de meest logische paden. Ook uit financieel oogpunt. Messi was net geboren in een verschrikkelijk duur land. Een kopje koffie kostte 2 Peso, dat was gelijk aan twee Amerikaanse dollar. Dus we reisden nauwelijks door Argentinië maar door Chili. We volgden de andere rugzakken en maakten af en toe een eigenwijze uitzondering. Paraguay bijvoorbeeld. Dat komt ook door onze hoofdstedenfetish: we zijn pas in een land geweest, als we ook in de hoofdstad hebben geslapen. Ik kan me overigens niets meer van Asuncion herinneren.
We volgden de anderen en genoten. Deze reis zouden we het anders doen. Veel beter uitgezocht dan ooit. Eerst naar Madagaskar. Door het uitzoeken kwamen we erachter dat er de afgelopen jaren op dat eiland met name in januari veel dodelijke slachtoffers vielen door orkanen. We zijn geen hulpverleners, dus dan maar niet. Door zuidelijk Afrika reizen dan, met de trein. Mooi idee. Maar covid en oorlogsgebieden maken het ingewikkeld. Achteraf gezien…
Natuurlijk zijn we blij met de route die we uiteindelijk gekozen hebben. Veel minder achter andere rugzakken aan, maar toch ook niet extreem eigenwijs. In Tanzania is het best logisch om naar tijgers en olifanten en zo te gaan kijken. Misschien hadden we naar een rustiger park moeten gaan. Maar ik vond de drukte, de collega-jeeps in Serengeti en omgeving toch ook wel leuk.
In India had ik vaak de neiging om nu te vergelijken met toen. Voor mij hadden we best de Taj Mahal opnieuw kunnen bekijken, opnieuw een toer kunnen maken door Rajastan en kunnen kijken hoe het nu in Calcutta is.
Goed dat we dat niet gedaan hebben. Het kan altijd nog en aan de andere kant is het ook wel zonde om de romantische beelden van toen niet te vergooien met hoe iets nu is. Het is goed geweest. Natuurlijk veel te kort en natuurlijk niet aan het springen om weer aan het werk te gaan, maar natuurlijk is dat ook verwend gebrabbel.
Nog twee verhalen uit Thailand. Het paradijs waar vriend Ton ons naar toe bracht is echt mooi geweest. Zie ook de verhalen en de foto’s op het Polarstepsblog van Cécile. Het heeft niet per se de rust gebracht waar we op hoopten, maar dat was misschien ook een beetje ijdele hoop.