Varkala, 26 februari 2023
Begon het vorige verhaal met doen of niet doen, dit verhaal gaat over zijn, of niet zijn.
Dit verhaal gaat over Tobe, spreek uit Tobie. Met de nadruk op To. Be klinkt als het einde van Robbie. Tobie dus.
Er is niet één Tobe, er zijn tientallen Tobe’s. Een Tobe is pas een tobe als het een beetje lijkt op de hond van mijn schoonouders vijftig jaar geleden. Een echte Tobe loopt vooral met je mee. De allerechtste Tobe’s lopen een paar dagen mee.
In Chili hadden we een pracht-Tobe. We liepen langs lavaresten de vulkaan omhoog. Tobe had hier eerder gelopen. Sterker nog, we kwamen later andere reizigers tegen die Tobe omschreven: hij was ook met hen meegelopen.
Terug van de vulkaan had Tobe netjes op ons gewacht. Helemaal mee naar boven door de sneeuw vond hij overdreven. Uren mee teruglopen naar het hotel, vond hij mooi, en wij ook. De volgende dag, een nieuwe wandeling, en dezelfde Tobe. Een Tobe is een hond waar je tegen gaat praten. Vaak krijgt Tobe dan een eigen naam. Deze hond noemden we Gato.
In Nederland hebben we af en toe een leasehond. Wel de lusten, niet de lasten. Een hond om op te passen en mee te wandelen.Van deze Tobe’s kennen we hun echte namen: Noor en Lila. Ook honden om tegen te praten. Het is best gek om jezelf opeens een gesprek te horen beginnen met een hond. In eerste instantie was het bij mij alleen in mijn hoofd. Dat dacht ik. Maar het was dus gewoon hardop. ‘Ja Lila wat ben je nou aan het doen. Heb je de tak teruggevonden, ja, heb je de tak teruggevonden.’ Beetje genant wel. Als ik het zo opschrijf hoor ik het me zeggen, en daar hoort ook dat rare toontje bij, het hondenaansprreektoontje. ‘ Ja, goed zo Lila, goed zo.’ Tegen Noor praten doe ik niet meer, zij is al een tijdje dood.
De Chileense Tobe zal ook wel dood zijn. De Indiase Tobe leeft. Ze wandelde van ons hotel, kilometers mee langs het strand. Een rustige Tobe was dit. Geen vorm van aanhankelijkheid. Geen vraag om geaaid te worden. Alleen maar lopen, alsmaar door.
Een enkele keer maakte ze een kort uitstapje en vlak voor het moment dat we haar echt gingen missen, liep ze opeens weer voor ons. Heel onnadrukkelijk aanwezig.
Misschien liepen we te ver door of was het lunchtijd of kwam ze in het gebied van een andere hond. Zonder boe, bah of waf, was ze er niet meer. Heel jammer, want alleen door er te zijn is Tobe er.
Hier geniet ik van; herkenbaar! Ik wil ook weer een hond (maar ben verstandig en wacht tot mijn pensioen)