Moshi, 14 januari 2023
Het is een wandeldag. Maps.me brengt ons langs allerlei pleinen en veldjes. Althans dat is de bedoeling. Het ene plein op de offline-internetkaart is een voetbalveld. Er zijn allemaal huizen omheen gebouwd. Tribunes zijn er niet, maar de zijkanten lopen glooiend naar boven, daar moeten de toeschouwers staan.
Gelukkig is het hek open, en kunnen we naar binnen. Van het stadspark is het hek dicht. Dat is jammer, dus we lopen maar door. Over het spoor, waar mannen op een handtrein aankomen. Vier ijzeren wielen met een plank ertussen. Een fietsketting en trappers die je met je handen beweegt, zorgen ervoor dat de trein vooruit komt. De mannen zijn op hun plek van bestemming. De handtrein tillen ze van het spoor en ze laten het zo het talud afrijden. Net voor het grote ijzeren hek weten ze het te stoppen.
Het is niet alleen een wandeldag, maar ook een hekkendag. En een dag om stil te staan bij de foto’s die we niet hebben gemaakt.
Dat zijn er veel.
Bij de zevendedagsadventisten bijvoorbeeld. De kerk is in verbouwing, achter het paarsbruine hek liggen zakken cement. Er is één betonnen vloertje gestort. Daarop staan 100 plastic stoelen die door de zon verkleurd en gescheurd zijn. Er hangt provisorisch een lichtblauw zeil met gaten overheen.
Als ze niet naar de voorganger kijken, zien de gelovigen links van hen de rest van de kerk in aanbouw. IJzeren palen in het beton steken omhoog. Hier moet het allemaal gaan gebeuren, ooit.
Maar voor de foto gebeurt het eigenlijk buiten het hek. Waar de groep vrouwen en de groep mannen op wachten is voor ons niet duidelijk, maar ze wachten. Het lijkt alsof ze al sinds de jaren vijftig wachten. Er staat een auto uit die tijd. De mannen staan als Daltons gegroepeerd rondom de auto. Van klein naar groot.
Ze hebben allemaal dezelfde kleding aan. Netjes zwart en wit. De schoenen zijn gepoetst, maar tegen zoveel stof valt niet op te poetsen.
De mannen staan in de zon en kijken met dichtgeknepen ogen naar ons, en naar de vrouwen in hun paasbeste jurken. Felle kleuren zijn het niet. Maar ze dragen het met trots onder hun opgestoken haren. Er wordt veel gelachen. Vooral door de vrouwen.
Natuurlijk mogen we naar binnen. Maar dat doen we niet, we maken liever deze foto.
Met spanning wacht ik op het ogenblik dat jullie niet-reis een reis wordt. Wie zei dat ook alweer, niet de bestemming is het belangrijkste, wel de reis zelf. Jullie zijn die wijze uitspraak met de dag aan het bevestigen, heb ik de indruk. Nochtans, ik denk er helemaal anders over. Als op het einde van de wandeling het beloofde café al maanden gesloten blijkt, is er toch ook teleurstelling. Maar misschien heeft er niemand jullie een café beloofd op het einde van de trip. Kan ook. Zou ik dan wel vertrokken zijn?
Op het eind van de reis zal er altijd een café zijn. We weten nog niet waar, hoe het eruit ziet en wat we drinken. Maar we komen er, al kan de reis er naar toe nog mooier zijn dan de verhalen die we elkaar daar vertellen. Alhoewel ik me verheug om ze aan je te vertellen en om ze van je te horen, met vast een triple888 binnen handbereik.
Van het wereldwijde web. Zijn reis duurde twintig jaar.
Ithaka
Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka
wens dat de weg dan lang mag zijn,
vol avonturen, vol ervaringen.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon behoef je niet te vrezen,
hen zul je niet ontmoeten op je weg
wanneer je denken hoog blijft, en verfijnd
de emotie die je hart en lijf beroert.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon zul je niet treffen
wanneer je ze niet in eigen geest meedraagt,
wanneer je geest hun niet gestalte voor je geeft.
Wens dat de weg dan lang mag zijn.
Dat er veel zomermorgens zullen komen
waarop je, met grote vreugde en genot
zult binnenvaren in onbekende havens,
pleisteren in Phoenicische handelssteden
om daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen
van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbehout,
ook opwindende geurstoffen van alle soorten,
opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt;
dat je talrijke steden in Egypte aan zult doen
om veel, heel veel te leren van de wijzen.
Houd Ithaka wel altijd in gedachten.
Daar aan te komen is je doel.
Maar overhaast je reis in geen geval.
’t Is beter dat die vele jaren duurt,
zodat je als oude man pas bij het eiland
het anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf,
zonder te hopen dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
Ithaka gaf je de mooie reis.
Was het er niet, dan was je nooit vertrokken,
verder heeft het je niets te bieden meer.
En vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet.
Zo wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al
begrepen hebben wat Ithaka’s beduiden.
K.P. Kavafis vertaald uit het Grieks: Hans Warren en Mario Molengraaf, Gedichten, Amsterdam 1991, p. 25.
Mooi!