Geen widgets gevonden in de zijbalk

Magumba view cottage, 23 januari 2023

Ik ben geboren met een bril op. Het was vast daarom een zware bevalling op de kraamafdeling Moedervreugd van Huize De Bocht in Goirle. Ik weet dus niet anders dan dat ik altijd geholpen ben om goed te zien. In werkelijkheid was ik anderhalf. Misschien heb ik dat in mijn herinnering ook overdreven en was ik tweeëneenhalf toen ik mijn eerste bril kreeg. 

Mijn oudere zus loenste (ik dacht altijd dat de verleden tijd van loensen, loensde was, maar niet dus zegt het wereldwijde web)) een beetje. Toen ze de onderste sport van het klimrek niet meer goed kon vinden, werd de oogarts ingeschakeld. De rest is geschiedenis, brillengeschiedenis. Omdat zus slechte ogen had, moest ik ook naar die oogarts en niet veel later hingen we samen in de etalage van de opticien in de straat.  Zo schattig, twee kleine brillenkinderen.

Heel dik waren mijn glazen niet. De afgelopen 55 jaar zijn ze nooit boven de 3,75 gekomen. Mijn linkeroog is lui, dus als kind liep ik jarenlang met een afgeplakt rechteroog. 

Nu hier boven op de berg lijken beide ogen afgeplakt. Want uit het niets valt een brillenpoot van mijn bril. Metaal of plastsicmoeheid, het maakt niet uit, m’n bril die nog geen maand oud is, is kapot. Het lukt me niet om de bril als een soort dubbele monocle tussen mijn wenkbrauw en wang te knijpen. Cécile miniatuurt een touwtje tussen glas en poot. Als ik stil blijf zitten, dan gaat het redelijk.

Ik raak in paniek, denk aan echt blinde mensen, hoe het leven voor hen is en vraag me tegelijkertijd af hoe het komt dat ik zo weinig zie zonder bril. Tot een paar jaar geleden, tot ik veertig was of zo, kon ik ook alles zonder bril zien. Het kostte iets meer energie, maar ik kon lezen en ik kon zonder extra gevaar autorijden. Ik droeg mijn bril bijna altijd, maar het was lang niet altijd nodig.  

En toen opeens raakte m’n ogen oud en versleten, ging ik dubbelzien, kreeg ik met bril op hoofdpijn. De ouderdom zette vol overgave in: daar was de multifocale bril. Het begin van het einde. Eenmaal met zo’n bril kun je helemaal niet meer zonder. Zeker als er een pootje is afgebroken. 

De paniek van de eerste uren ging langzaam over in berusting. Als m’n halve bril maar niet op straat op de grond viel zodat er meteen een motor, auto of bus overheen ging rijden. Dan was alles kapot. Maar dat is niet gebeurd. Na een week vonden we een opticien met een oplossing: een nieuw montuur, mét de oude glazen. Weer een week later ging Cécile’s bril kapot. Bij haar brak het middenstuk even plotseling. Gelukkig wisten we nu meteen wat we moesten doen. 

Inmiddels zien we alles weer goed, en dat is fijn, want er is veel te zien. 

4 gedachten over “28. Bril kapot”
  1. Hallo Joris. Wat een verhaal. Ik ken dat verhaal zo erg uit mijn jeugd. Nog geen 3 jaar en een brilletje. Eindeloze bezoekjes om mijn luie oog te oefenen. Pleisters om het goede af te dekken en je huid op je gezicht te beschadigen. Mijn moeder moet de therapie erger dan de kwaal gevonden hebben en plakte het glas van de bril af. Voortaan kijk ik naar de wereld enigzins onderuit kijkend over de rand van mijn bril.

  2. Ik weet nog dat ik mijn eerste bril kreeg toen ik een jaar of 8 was en iedereen zó lelijk vond. Ik zag opeens elk oneffenheidje in elk gezicht. Ik wilde hem accuut niet meer op.
    Wel raar trouwens dat jullie brillen voor zichzelf beginnen op een zeer ongelegen moment en tegelijkertijd

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.