Geen widgets gevonden in de zijbalk

Dar es Salaam, 25 januari 2023

In de grote stad is het iets minder, maar het is er wel: het HALLO-zeggen. In de stad spreken de mensen je meestal alleen aan om iets te verkopen. Dat kan ook in een heel ingewikkelde vorm. ”Hallo, vervelend he, dat iedereen maar tegen je aanpraat om iets te verkopen. Dat vind ik ook… maar ben je geïnteresseerd in een toer door de stad. Het is heel cheap als je via mij gaat…” 

Vaak is het meer rechtstreeks. Een banaan moet verkocht, of een taxirit of een koffer. “Ook hallo, nee dank je wel.”  Soms is het hallo-zeggen zonder woorden. Dan wijzen de mensen met hun handen naar hun mond en buik. Ook dan zeggen we: “ook hallo, nee dank je wel.”  

In Stonetown schrok ik erg. Ik had een jongen niet gezien en opeens zat hij in mijn linkeroor. Hij wilde een ritje met de taxi of met de boot, of met de fiets of iets verkopen. maar ik was zo geschrokken, dat ik de beleefdheidsfrases vergat. 

We hebben ons aangeleerd om vaak als eerste hallo te zeggen. Het maakt niet uit of we dit tegen volwassenen doen of tegen de kinderen. Voor het hallo zeggen maakt het ook niet uit. Overigens, de kinderen, de jongens en meisjes zijn meestal zo goed als kaalgeschoren. Dat is om verschillende redenen een handig kapsel.  

Het hallo-initiatief nemen zorgt er voor dat we elkaar niet onhandig lang aankijken of wegkijken. Want dat komt ook voor: hallo staren maar niets zeggen. Vaak zwaaien we dan alvast maar vooruit. We krijgen dan een opgeluchte zwaai terug. Of gegiebel, of we horen: hé Wazungu. Wat zoveel betekent als hé witte, maar ook hé geluksbrenger of hé punctuele. Letterlijk betekent het: hé, iemand die zonder reden ronddwaalt of hé mens die constant in beweging is. Die letterlijke betekenis in het Swahili komt dicht bij onze manier van reizen. 

In de bergen hebben we naar heel veel kinderen hallo gezegzwaaid. Vaak waren deze kinderen op weg naar hun werk op het land, of ze kwamen er vandaan. Ze zegzwaaiden dan terug: de ene hand zwaait en in de andere hand een enorm mes. Of als ze heel enthousiast zijn, zwaaien ze ook met het mes. 

Vrouwen die op het land werkten lopen met een grote schep op hun hoofd. De stok vooruit, en achter hun hoofd, ook als een soort zonneklep voor hun nek, het scherpe ijzeren schepdeel. Als ze terugzwaaien, beweegt de schep vrolijk mee. 

Een enkele keer gaan we een beetje in gesprek. Dat wil zeggen, de halloterugzwaaier vraagt: howareyoe? I’m fijn, howareyoe? Dan is het gesprek ook wel gedaan. 

Soms gaat dat gesprek over in de zin: give me money. 

Nee, dat geven we niet. 

Met dat antwoord is het al snel zonder iets te zeggen: goodbey. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.