Geen widgets gevonden in de zijbalk

Van Varkala naar Kanniyakumari, 28 februari 2023

Kijkt die andere toerist nou misprijzend naar onze rugzakken? Ze vindt ze vast te zwaar en te groot. Ze vindt vast dat we te veel bij ons hebben. Of is het zo’n blik van ach schattig, die oudjes zijn ook op stap met een rugzak. Sneu. 

Op het station worden we doorverwezen naar het platform aan de andere kant. Dan moeten we de loopbrug over. Die Indiërs vinden het vast grappig om dan zo dadelijk te zeggen: oh nee, toch aan deze kant. 

De man van het hotel zei vanochtend dat een tuktuk naar het station 150 kost. Altijd moeten wij te veel betalen. 150, hoe haalt hij het in zijn hoofd. De rugzak is open als we bij het station komen. Wie heeft er wat uitgehaald?  Ik weet zeker dat we de zak goed dicht hebben gedaan. 

Soms heb ik niet zo goed geslapen en neemt wantrouwen het van me over. 

De trein komt min of meer op tijd, de ramen staan tegen elkaar open, alles waait goed door. Dus het gaat wel weer even. Inderdaad maar even, want kunnen die baby’s niet worden vastgepakt door hun ouders of zo. Ze krijsen en gillen alles bij elkaar. Ze stoppen niet. Die man die blijft maar rochelen. Als je t niet meer verwacht, dan rochelt hij weer. In het gangpad zitten twee jongetjes met een computerspel waar van die Chinese hoge stemmetjes uitkomen. 

De open ramen zijn even niet voldoende. 

Waarom zit die toerist in de trein met kleding van hier. Een Aziaat gaat toch ook niet in Marker klederdracht in de trein naar Maastricht zitten. Nou dan.

Nieuwe gast bij ons in slaapcabine. Het is voor ons geen slaper, want we moeten er om negen uur uit. Als hij eet, weerkaatst het geluid door de hele cabine. Eerst het smeuïge alles bij elkaar prakken met zijn handen en een one man’s band die volgt als hij het eten vermaalt met zijn tanden. Natuurlijk blijft er nog wat in zijn baard hangen. Tot overmaat van ramp gooit hij zijn aluminium eetbakje uit het raam. Hoe moet het ooit goed komen met dit land? 

Tegenover de aluminiumbakjesgooier zit een vrouw die ons van onze plekken verjaagd heeft. Zij heeft recht op de onderste slaapplek en wil gaan slapen. Het is tenslotte al 20.00 uur. Eerder draalde ze ‘uren’ om haar plek in te richten. Haar vriendinnen buiten op het perron zwaaien haar en lachen ons uit. Hahahaha, toeristen met hun dikke koppen.  

Eenmaal in een nieuw hotel, blijkt de man achter de receptie een enorme hansworst. Het komt vast omdat hij zo’n hekel heeft aan buitenlanders dat hij ons deze kamer geeft. Als de airco aanstaat, dan klinkt dat als een asfalteermachine, als de airco uitstaat klinkt het alsof het apparaat continu waterflessen aan het bijvullen is. 

Soms heb je van die dagen. 

En toch: reizen is leuk. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.