Dar es Salaam, 26 januari 2023
De drukte van een grote stad zonder al te veel bezienswaardigheden roept om contemplatie. Of minder sjiek, we wandelen onszelf door de drukte en het stof en denken na over een maand Tanzania.
Verwacht in de geur, kleur en drukte van de vismarkt waar we langs lopen, geen diepgravende analyse. Dat kan ook helemaal niet na die paar dagen aan het strand, tussen de wilde dieren en in de bergen. Verwacht wel een paar woorden over de verwarring en verwacht misschien nog wat woorden over Nederland.
Hier komen ze:
Op de één na laatste dag van onze safari door de Serengetti en omgeving raakten we in de war van het tipgeld dat betaald moest worden. Moest inderdaad. Met de Amerikanen en de Australiërs was afgesproken dat ze 20 dollar per persoon per dag zouden betalen aan gids Rockie. Ons was alleen verteld dat er ook nog een tip aan de gids gegeven moest worden. Geen bedrag.
Zes mensen die ieder 20 dollar per persoon per dag extra betalen… Dan is het basissalaris van de gids misschien heel beperkt, maar toch. Een leraar in Tanzania verdient 100 dollar per maand. Een gids is natuurlijk heel belangrijk, maar een leraar misschien toch ook wel. Waarom zou je nog leraar worden?
Ik begrijp, leraar ben je voor het hele jaar, dus dan verdien je gegarandeerd 1200 euro. Rockie heeft zeker drie maanden geen toeristen. Maar als hij ze wel heeft en als die toeristen zich aan de tipafspraken houden, dan heeft hij dat lerarensalaris in minder dan 10 dagen verdiend, alleen met tip.
Gids Hamis vraagt zich al wandelend met Cécile hardop af wie nou het belangrijkste is voor de opbouw van het land. Ik luisterwandel achter het gesprek en hoor hem de vraag stellen: wie bouwt de natie? Zijn het de mannen op de kantoren of zijn het de mensen in het land. Zijn het de mannen die de hele dag zich aan dikke lunches laven, of is het de gids die voor zijn toeristen op het juiste moment de kameleon ziet?
De vraag stellen is voor Hamis meteen de vraag beantwoorden. Hij is de landopbouwer, die rijke types zijn maar rijke types die steeds rijker worden. De vraag van Hamis kunnen we uitbreiden: wie bouwt er nu meer aan het land: een leraar of een gids of wie verbouwt het land en wat krijgen zij voor een salaris?
Het is fijn wandelen achter zo’n gesprek met vragen en constateringen. Ik kan er over nadenken en hoef geen mening te hebben. Tussen het onschuldige groen in de bergen maar ook in de vislucht op de markt komt er toch een Nederlandse link naar boven. Energiemaatschappijen en supermarktketens hebben het afgelopen jaar best wel veel verdiend. Ze staan niet echt te springen om die winst te delen met de mensen die voor energie en bloemkool betalen.
Wie bouwt de natie. De bloemkoolverbouwer, de bloemkoolkoper of de bloemkoolverkoper? Alle drie zou mooi zijn, in prachtige harmonie.
Zacht muziekje eronder.
Gelukkig vliegen we morgen naar India, daar hebben ze vast geen problemen met een kloof.