Geen widgets gevonden in de zijbalk

Munnar, 17 februari 2023

We beginnen aan een nieuwe toer van een dag of 5 of 6. Zoals in Lushoto, Tanzania bleek, kunnen we niet zo goed tellen. Nog eens uitrekenen, wat is een nacht, wat is een dag, wat telt mee. Superingewikkeld in de reiswereld en onze hoofden. Nog een keer tellen: het gaat over 6 nachten, waarvan eentje op een boot en de andere nachten in de groene heuvels.

Het wordt een enorme theeweek. 

De eerste dag zien we duizenden theeplanten en maar een enkele theeplukker. We zien ook veel mensen die kijken naar het groen. WIj kijken weer naar de mensen die naar het groen kijken en kijken dan zelf ook naar alle tinten groen. 

Het heeft wel iets weg van het geelbruin dat we afgelopen herfst zagen. Met vrienden Teunis en Nanna bezochten we Kaiserstuhl. Goeie wijn, goeie wandelingen, fijne gesprekken. Daarnaast een prachtige monocultuur van druiven, druiven en nog eens druiven. EIgenlijk gek dat het zo mooi is.

Hier in Munnar geen druiven, geen wijn, wel thee en een museum. We dachten genoeg te hebben aan de uitzichten over de theeplantages, maar op één of andere manier belanden we toch in het museum. 

Het gaat ver boven onze stoutste verwachtingen uit. Niks keer niks is nog steeds helemaal niks. Maar dat maakt het wel interessant. De film waarmee de tentoonstelling begint is een grote verering van de Tatafamilie. De eigenaren van de meeste plantages hier in de buurt. Ze zorgen ervoor dat het personeel het goed naar hun zin heeft en het ook financieel goed heeft. 

Dat schuurt met wat we de komende dagen zien. Vrouwen die theeblaadjes aan het knippen zijn werken zich de eeltplekken op hun vingers. Om hen heen lopen mannen die er iets van zeggen als ze onderling te veel praten of te enthousiast goedendag zeggen tegen een toerist. In bijna dezelfde adem vraagt de theeknipvrouwendrijver aan mij hoe ik het hier vind. Lafbek der lafbekken, ik zeg niet dat ik hem een geweldige eikel vind met z’n slavengedrijf, maar ik murmel iets over al die kleuren groen die we zien. 

Na de film zien we drie zalen met oude apparatuur uit de theefabriek. Dat zijn geen theeblaadjesverwerkingsmachines maar typemachines, lampen en klokken. Bijzonder voor een theemuseum. 

Er is ook een nagemaakte fabriek. Daar wordt de theeblaadjessorteermachine aangezet en boven dat geluid probeert een meneer te vertellen hoe het proces van theemaken gaat. Inderdaad, best onverstaanbaar. Los nog van zijn accent. Een ruimte verder is de uitgebreide winkel. Daar kun je ook mokken kopen met een foto van jezelf tussen de theevelden. 

We klimmen één verdieping hoger. Daar wordt ook thee gesorteerd op een soort trilbank. Er staat ook een grote weegschaal. Deze theezak gaat er op staan: 95 kilo. Dat is 8 kilo minder dan de laatste keer op het vliegveld van Stonetown (6 januari, verhaal 11). Dat is 8 kilo in vijf weken. Dat is best veel en gek genoeg valt het toch ook tegen. 

De vetkwabben zijn beduidend minder en er komt weer enige vorm in mijn buik. Ik kan daar ook spieren voelen, die ik blijkbaar heb. De vorige keer dat ik 95 woog, was ik de gewichtsweg naar boven aan het bewandelen. Dat voelde als een superdikke 95. Nu is daar de dunne 95.

Volgens het voedingscentrum nog steeds een ziekelijk gewicht. Nog zes theezakken van een kilo te gaan om alleen maar overgewicht te hebben.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.